2 september 2006
Vier kano’s glijden over het Ganzendiep. Over de dijk en tussen het riet door heen zien we fragmenten uit een stil en tevreden land in een vergeten hoek van Nederland, de Mandjeswaard en het Kampereiland in Noord-west Overijssel.
Op een smal dijkje langs het Ganzendiep ergens ten noordoosten van Kampen hadden we afgesproken. De startplaats is lastig te herkennen, we rijden er eerst voorbij. Maar als we terugrijden zien we Erik al naast zijn auto staan. De berm wordt hier breder en is vlak, zodat we de auto’s kunnen parkeren. We laden uit en drinken eerst nog even koffie.
Erik woont in de buurt van Steenwijk en kent het gebied. Otto, Eefje en Ad completeren het kwartet. We dragen de kano’s over de grasdijk en even na 12.00 uur varen we met een stevige wind schuin in de rug het Ganzendiep op.
Even verder ligt op de andere oever het dorp Grafhorst. Het is zaterdagmiddag, de zon schijnt tussen de wolken door en niemand lijkt zich te haasten Een groepje jongens staat op de kade te vissen en te kletsen.
Het Ganzendiep splitst zich. Wij volgen de Goot, die langs de oostzijde van een polder loopt, die hier Mandjeswaard heet. Het Ganzendiep loopt langs de westkant van deze polder met langs de andere oever het Kampereiland. Beide vaarwaters komen uit in het Zwarte Meer, dat uitloopt in het Ketelmeer. Ons traject is simpel en zonder overdragen: heen via de Goot en terug via het Ganzendiep, met het Zwarte Meer als intermezzo. Het polderland ten noorden van Kampen heeft vaak te maken gehad met overstromingen, als de noordwester stormen het water van de Zuiderzee opstuwden. De boerderijen in de Mandjeswaard en het Kampereiland staan allemaal op een terp. In de beide polders is geen dorp. Vanaf een rustplek op de dijk kijken we naar zo’n terpboerderij aan de overkant. Naast ons staat een paal met een bel, waarvan we de functie eerst niet doorhebben.
Maar dan ontdekken we dat we op de aanlegplaats zitten van een mini-pontje, dat bij de boerderij ligt en aansluit op een weg achter ons. Het is hier stil. Af en toe horen we in de verte een auto of een landbouwmachine, maar niet dat eeuwige geraas van autowegen op de achtergrond.
We varen verder over de Goot, die hier vrij breed is met hier en daar rietkragen. Het doet me een beetje denken aan het laatste stuk van de Eem - boven Baarn - waar ik dit voorjaar nog heb gevaren.
Een paar forse plezierjachten komen ons achterop gevaren. Ze maken flinke hekgolven, waarop we proberen te surfen. Dat plezier leveren ze ons in ieder geval. Maar het varen in zo’n glimmend witte bak met drie dekken lijkt ons toch maar een duffe bezigheid.
.jpg)
.jpg)
.jpg)
Dan stappen we weer in de boten en we varen de beschutting van het Ganzendiep in. De afwisseling van breed open en meer beschut water maakt deze tocht toch wel bijzonder. Het Ganzendiep lijkt wat op de Goot. Een mooi breed water, veel riet langs de oevers, af en toe een huis of een boerderij, op ruime afstand van elkaar. We varen langs een ouderwets schoolgebouwtje, één verdieping met puntdak, met daaraan vastgebouwd een woning. In onze streken zou dit een voormalige school zijn, al lang omgebouwd tot woon- of werkruimte. Maar hier staat op de gevel: 'Openbare Basisschool van het Kampereiland'. Langs de oever voor de school een steiger en een duikplank. Even verder een lierpontje dat door een ouder echtpaar op de fiets naar de overkant getrokken wordt.
In de ruimte van het landschap lijkt elk afzonderlijk object een stempel te drukken. Huizen en mensen die je ziet, tekenen zich als duidelijke identiteiten af in het landschap. Vanaf een afstand zie je het naderen en groter worden. Je vaart er voorbij, kijkt nog eens en laat het weer achter je.
We komen bij de splitsing met de Goot met een paar borden voor de scheepvaart. Ik kan me niet herinneren dat ik dit op de heenweg gezien heb. Modderkuil heet deze hoek van het Kampereiland, en even verder Groote Warder.
Als we even na 16.00 uur uitstappen hebben we ongeveer 18 km gevaren. Met twee keer een pauze van misschien een half uur hebben we aardig doorgepedeld. We sjouwen de kano’s over de dijk en in een mum van tijd is het rond de auto’s een chaos van spullen en tassen, die even snel weer in de auto’s verdwijnen.
We nemen hartelijk afscheid van Erik. Autodeuren klappen dicht. Nog een zwaai en we rijden weg. Ik troost met de gedachte dat er vast wel weer een vervolg komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten