zaterdag, februari 17, 2007

Over de Vecht van Vreeland naar Muiden

Kanotocht Noordelijke Vecht, 18 februari 2007

Het noordelijk deel van de Vecht is breed en slingert met grote bochten en lage oevers door het landschap. We passeren oude stadjes, boerderijen, woonarken en een paar Waterlinie- forten.

Zondag 18 februari, een UKC=toertocht over Vecht van Vreeland naar Muiden. Misschien leidt de veelbesproken klimaatsverandering tot winters kano optimisme, want we zijn met 12 man/vrouw. Een ongekend grote groep voor een wintertocht.


Samen met André vaar ik in zijn open kano, de Pocahontas, net als bij de vorige toertocht over de Kromme Rijn. Ben is in Breukelen in de kano gestapt en ontmoet ons prachtig op tijd bij het startpunt in Vreeland.


Vreeland Zuid is een goed startpunt voor een kanotocht over de Vecht. Gemakkelijk bereikbaar via de A2, er is een uitstekende kanosteiger en je kunt er goed parkeren. Het ligt ongeveer op de helft van de Vecht. Wij varen het minder bekende noordelijk deel, maar ook naar het zuiden heb je een mooi traject langs Loenen, Nieuwersluis, en Breukelen.


De steiger bij Vreeland is één van de kanovoorzieningen die sinds mei 2006 langs de Vecht zijn aangebracht en deze is geschikt gemaakt voort gehandicapten. We maken wat grappen over de leuningen en het opstaande randje op de steiger dat wij niet echt handig vinden bij het in/uitstappen. Ongetwijfeld is het bedoeld om rolstoelers te behoeden voor een ongewenste duik in het water.


Het is een grijze dag. Met zo’n 10 graden niet koud voor februari, maar er staat wel een schrale noorwestelijke wind die we deels tegen hebben. Dat is meteen stevig werken voor ons André en mijzelf in de Pocahontas. We kunnen de kajakkers goed bijhouden, maar dan zitten we wel tegen de top van onze gemiddelde vaarsnelheid.


Een paar rustieke villa’s en landhuizen tegenover het startpunt markeren al direct de wat voorname sfeer van de Vecht. Vreeland heeft met verschillende ouder gevels en een mooie molen ook wel enige allure.


Van Vreeland naar Muiden is 20 km en ongeveer op de helft ligt het fort Hinderdam. Het boekje van de Vecht-kanoroute geeft aan dat het een natuurgebiedje is, maar Marjan vertelt enthousiast dat ze er een paar jaar geleden eens is uitgestapt. Dat lijkt ons ideaal. Als we er aankomen zien we alleen oevers met ontoegankelijke wildernis. Geen uitstapplek te vinden, maar we zijn onderhand wel aan een pauze toe.


Ben is even eerder al omgekeerd, hij moet nog het hele stuk terug varen naar Breukelen. Even verderop vinden we een stuk open oever waar we aan land kunnen. We zitten als een schoolklas netjes op een rij op een smal dijkje, pal in de wind, maar we doen het er mee.


Bij Fort Uitermeer, een paar kilometer verder, is wel een kanosteiger en langs het weiland aan de overkant zijn een paar strandjes. Het oude waterliniefort is rond en massief. Het lijkt de moeite waard om er rond te neuzen, maar wij zitten net weer in ons ritme en varen door.


De Vecht wordt geleidelijk aan breder met lage groene oevers, kale bomen, wat boerderijen of kleine huisjes en af en toe een woonark of een verstild voormalig vrachtschip.


Vlak voor Nigtevecht buigt de Vecht rechtsaf. Rechtdoor gaat naar de jachthaven waar een kanosteiger is en waarheen dus ook de pijl van het routebord wijst. Wij laten ons niet voor de gek houden en slaan rechtsaf.


Af en toe ligt er ineens een rij woonarken langs de oever, meestal fantasieloze vierkante dozen, waardoor de Vecht even het beeld van een woonstraat krijgt. Nigtevecht is echt een rivierdorp. Met een klein spits kerktorentje en een simpel pontje oogt het wat minder voornaam dan Vreeland, maar juist daarom wel intiemer.


Weesp is fraai om binnen te varen met twee molens aan de rand van de stad. Even verder komen we bij de roeiclub, waar net een dames-vier aanlegt, die ons even tevoren is gepasseerd is.


Weesp is vanaf het water een lust voor het oog. We passeren een mooie witten klapbrug en statige huizen langs de oever met een groen talud. Je kunt verder de stad in varen. Op een mooie dag zal het zeker de moeite waard zijn om uit te stappen en rond te kijken.


Mijn handen zijn al een tijdje aan het tintelen, ik moet onderhand oppassen voor overbelasting. Wij volgen de Vecht en varen onder de spoorbrug door en met een grote boog het stadje uit.


Aan de grote zeiljachten in de jachthaven is te zien dat het IJselmeer niet ver weg is.


Na Weesp is het mooi er wel af en het lawaai van de snelweg is storend aanwezig. Als we onder de A1 door zijn, varen we Muiden binnen. Even verder is de zeesluis maar daar kunnen we er niet uit.


Onze uitstapplaats is in de jachthaven direct rechts. Daar wachten ons de laatste verrassingen van de dag. Waar een kanosteiger moet zijn blokkeert een gigantische klipper de toegang. Aan de andere kant is wel een plek waar we op de steiger kunnen klauteren maar ook daar ligt zeilschip flink in de weg en kunnen we de kano’s met moeite in de goede positie krijgen.


Eenmaal op de steiger is het verder een eitje. De auto’s worden opgehaald van het parkeerterrein dat even verder ligt en wij maken onze spullen klaar maken om op te laden. Maar dan blijkt dat drie van onze chauffeurs hun parkeertijd te krap hadden bemeten en een fikse boete aan hun broek hebben. Dus voor wie in Muiden gaat parkeren: gooi er maar liever een euro te veel dan te weinig in.

Geen opmerkingen: